Mijn lichaam faalde ons allebei
Eerst POI. Nu dit. Alsof mijn lichaam dacht: laten we nog een keer extra moeilijk doen.
Mijn verloskundige deed de wekelijkse controles en zei:
“Ik vind je buik te klein voor 37 weken en de baby voelt ook te klein.”
Ze haalde een collega erbij. Die deed hetzelfde en gaf haar gelijk.
Ik werd doorverwezen naar het ziekenhuis, maar het was donderdag.
Vanwege het weekend moest ik vier dagen wachten.
Vier. Dagen.
Ik werd natuurlijk helemaal gek vanbinnen, dus boekte ik een privé-groeiscan in een kliniek.
Daar schatten ze haar rond de 2800 gram.

De volgende dag eindelijk naar het ASZ.
Drie echo’s later: “We schatten haar op 2462 gram. We gaan je over vijf dagen inleiden.”
Vijf. Dagen.
Ze had IUGR (Intra-Uteriene Groeirestrictie).
Dat betekent dat ze te langzaam groeide, omdat de doorbloeding van de navelstreng minder goed was, en mijn placenta niet goed meer werkte.
Ik was opgelucht dat er hulp kwam, maar ik had ook het gevoel van: ik ben nog niet eens begonnen en ik faal al als moeder.
En toen kwam het zinnetje dat bleef hangen: “Hou er rekening mee dat ze misschien in de couveuse moet. Ze kan eruitzien als een prematuurtje.”
Ik zag het al voor me: te klein, kwetsbaar, los van mij in zo’n doorzichtige bak.
Door IUGR lopen baby’s een groot risico op zuurstoftekort — en dat was ook zo voor onze kleine meid.
Weeën en persen zouden dat risico nog groter maken.
Daardoor was de kans op een spoedkeizersnede tijdens de bevalling groot.
Ballonnen, strippen en totale uitputting
6 oktober, 20:00 uur: eerste ballon. Pijnlijk.
Hele nacht intense pijn gehad. Morfine-injectie gekregen én een slaappil.
Rond 04:00 uur ging de morfine werken, en kon ik een beetje slapen.
7 oktober, 06:00 uur: de arts komt het ballonnetje verwijderen en kijken of er vordering is.
Ik zat op 2 cm ontsluiting. Niet genoeg om vliezen te breken dus een dag aan de weeënopwekkende medicatie.
Aan het einde van de dag begon het wel wat meer te rommelen. Veel harde buiken en krampen gehad. Dit gaf hoop dat de medicatie zijn werk deed!
8 oktober 06:00 uur: een andere arts komt weer kijken hoe het gaat.
“Ik ben denk ik wat strenger dan de andere arts. Ik vind je eerder 1,5 cm.”
Dit. Meen. Je. Niet. Ik werd gelijk gestript en moest weer een dag een de medicatie. Maar even over dat strippen... Wat. Een. Hel.
Ze kreeg me wel naar de 2 cm, maar mijn baarmoedermond lag nog te ver naar achter.
Nu vliezen breken = lange bevalling. Nee bedankt.

Die avond heb ik een overleg met de artsen gevraagd. Ik wou een duidelijk plan van aanpak. Ik was nu al gesloopt en ik moest nog bevallen..
Ze wouden me naar huis sturen voor een rustdag. Kijken of mijn lichaam het vanzelf zou oppakken. Maar ik dacht ''dit gaan wij niet doen. Ze moeten haar zo snel mogelijk halen vanwege de IUGR, maar willen me even naar huis sturen? Nee nee''. Ik smeekte om een keizersnede. Ik dacht “als ze haar nu halen, is ze er binnen minuten. Geen last van de weeën en persen dus ook geen zuurstoftekort”
Maar dat deden ze niet — te groot risico voor mij.
Boeie. Ik dacht alleen maar aan haar gezondheid.
Maar helaas… geen succes
Toen besloot de arts: “We plaatsen nog een ballon.”
Top. Weer helse pijn.
Eerste ballon was al drama, maar ik zei toch ja. Alles voor haar.
Dit keer was de pijn zó erg dat ik bijna flauwviel.
Geen morfine dit keer. De kleine meid was daar de eerste nacht te rustig van geworden. Veel te rustig. Ik voelde haar nauwelijks. Ik vond dit helemaal niks, dus dit keer alleen kruiken, 2 paracetamol en een slaappil om mij rustig te krijgen.
De krampen veranderde in druk, maar ik kon eindelijk even slapen.
Want ik was mentaal en fysiek gesloopt.
Eindelijk 3 centimeter
9 oktober 06:00 uur: ballon zit er nog in.
Ik zei tegen Tim “Wedden dat ik nog steeds op 2 cm zit?”
Maar nee: 3 cm! EINDELIJK.
Naar de verloskamer — onze derde kamer inmiddels.
07:24 uur: vliezen gebroken.
Nauwelijks vruchtwater, want de kleine meid lag goed.
07:45 uur: intense krampen.
Tim kon niet meer zitten, want ik moest zijn hand vasthouden bij elke kramp.
Mama kwam ook richting het ziekenhuis.
Ik dacht dat dit wat krampen waren van het breken van mijn vliezen. Maar nee hoor… de weeën waren begonnen.

08:15 uur: weeënopwekkers aan.
Bam. Weeënstorm.
Eerst buikweeën (te doen), toen rug en bilweeën erbij.
hallo, hel op aarde.
Ik raakte bijna in paniek, maar Tim en mama bleven zeggen: “Ademen, rustig.”
Ondertussen stonden mijn nagels in hun huid.
Elke keer dat een wee wegtrok dacht ik: Oke, pauze… Nope. Volgende wee.
Ondertussen overgeven, en nog een keer, en nog een keer.
Ik ben de tel kwijt, maar zeker rond de 11 keer.
“Hallo, ik ga kapot, geef me gewoon die prik!”
09.00 uur zei ik: “Ruggenprik NU.”
Eerst natuurlijk die hele lijst risico’s aanhoren — het boeit me niet, zet dat ding erin!
Ik was altijd doodsbang voor die prik, maar deze weeën waren 73 miljoen keer erger.
10:15 uur: eindelijk naar de anesthesist.
Binnen 5 minuten werkte het. Hallo, wereld! Hallo, glimlach!
Rond 11:30 uur was ik terug op de kamer.
Mama ging even broodjes halen voor haar en Tim.
Ze hadden namelijk nog niks gegeten.
Ik kon dankzij de ruggenprik ook even wat eten.
Op de monitor zagen ze dat de kleine meid weinig rust kreeg tussen de weeën.
Ze hebben toen de opwekkers lager gezet.


Persdrang en het mooiste moment
11:45 uur: plots dat ik moet naar de wc gevoel.
Ik app mama: NU komen.
Ik riep tegen de verpleegkundige: “Schuif maar een kotsbakje onder mijn kont.” Nice, Zoë…
Omdat ze door de IUGR een hoog risico had op zuurstoftekort, hadden ze een elektrode op haar hoofdje geplaatst om haar hartslag en zuurstof goed in de gaten te houden.
De verpleegkundige zei dat ik even een beetje moest persen, zodat hij kon zien hoe ze reageerde.
Toen de elektrode bewoog, wist hij: persdrang.
Aangezien ik nog niet zo lang terug was van de ruggenprik, had niemand verwacht dat ik nu al persdrang zou hebben.
Hij dacht dat ik op 8,5 cm zat en ging op zijn gemak alles klaarzetten. De kruiken, haar kleertjes.
De verloskundiges waren bezig met een andere bevalling. Na 10 minuten kwamen ze bij me kijken. Toen zei de verloskundige: “10 cm, je mag persen.” YES. Ik hoef de persdrang niet meer weg te puffen!!
Tim en de verloskundige tillen mijn benen en Tim en mama duwen mijn hoofd naar mijn borst.
Ik pers 3-4 keer per wee.
Na een paar keer: stoppen.
De kleine meid krijgt steeds meer zuurstoftekort.
Advies vragen aan gynaecoloog: “Zo lang het niet te lang duurt, gaat het goed.”
Ik natuurlijk in de stress. Is de baby oke??
De verpleegkundige zei: ''let jij maar op jezelf. Wij hebben haar.''
Dit stelde mij gerust. Verder persen. Hoofdje in zicht.
Navelstreng zat om haar nek, maar niet gevaarlijk.
12:43 uur: daar is ze. Noé Nathalie
Ik pak haar zelf aan en leg haar op mijn borst.
En dan ineens dat geluid waar ik drie dagen voor heb gevochten.
25 minuten actief geperst.
3100 gram. 48 cm. Perfect.
Geen couveuse, geen prematuur. Gewoon een prachtig, sterk meisje.
Geen gedoe, gewoon naar huis.
Mijn lichaam faalde misschien.
Maar het gaf me ook Noé.
En dat maakt het allemaal waard.

Reactie plaatsen
Reacties